
Porsche-koper schendt waarheidsplicht, maar rechter straft het af
Over de toepassing van artikel 21 Rv wordt weleens gezegd: “houd je de rechter voor de gek, dan ga je op je bek.” Dat dit ook echt zo is, ervaarde de koper van een Porsche Macan recent. De Porsche had diverse gebreken en bleek een oude schadeauto te zijn. De man sprak de dealer daarop aan en deed zich bij de rechtbank voor als een weerloze en niet-wetende consument. In werkelijkheid was hij zelf echter ook een autohandelaar. Bovendien was hij eigenaar van een schadeherstelbedrijf. Dat had de man echter verzwegen en dat kwam hem duur te staan (Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 4 maart 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:591). Advocaat procesrecht Robert van Ewijk legt uit wat daarvan de gevolgen waren.
Man koop Porsche met gebreken
In november 2020 koopt de man een tweedehands Porsche Macan. De vraagprijs is bijna €70.000,-. De man biedt zijn Volvo XC90 als inruilauto aan. Daarnaast bedingt hij nog een korting omdat hij geen garantie nodig heeft. De man gaf daarbij aan als loodgieter te werken en de auto zakelijk te zullen gaan gebruiken. Hetgeen dan van de koopsom resteert, betaalt de man contant. Na thuiskomst laat hij de auto APK keuren. Er worden daarbij geen gebreken aangetroffen. Een paar dagen later klaagt de man echter alsnog bij de verkoper van de Porsche. Er zou een waslijst aan gebreken zijn ontdekt. Niet alleen gerammel en gekraak van het onderstel, maar ook ondeugdelijk uitgevoerd schadeherstel. Er zou sprake zijn van non-conformiteit.
Ruzie tussen autoverkoper en consument-koper
Omdat de autoverkoper de herstelkosten van de auto niet vergoedt, wordt die door de koper gedagvaard. Deze stelt bij de rechtbank dat hij een consument-koper zou zijn en dat hem een ondeugdelijk product zou zijn geleverd. De rechtbank geeft hem gelijk (ECLI:NL:RBZWB:2023:7684). De Porsche-koper zou een onwetende consument zijn. Omdat hij consumentenbescherming geniet, ligt de bewijslast dat de auto op het moment van aflevering wél deugdelijk was, bij de verkoper. Die slaagde niet in dat bewijs en moest de koper een schadevergoeding van €35.000,- betalen.
Koper verzwijgt essentiële informatie
In hoger beroep loopt het net even anders. De eigenaar van het garagebedrijf voert aan dat niet alleen hij, maar ook de rechter voor het lapje is gehouden. De koper van de Porsche drijft namelijk al bijna 10 jaar een onderneming die handelt in personenauto’s. Daarnaast is zijn bedrijf actief als schadeherstelbedrijf. De APK keuring die daags na de aankoop is uitgevoerd, is ook nog eens door dit bedrijf gedaan. Dat heeft de koper op de zitting bij de rechter niet verteld. Hij zei toen dat hij een vastgoedonderneming had, maar zweeg in alle toonaarden over zijn werkzaamheden als autohandelaar.
Schending waarheidsplicht in procedure
Volgens het Gerechtshof heeft de man daarmee zijn waarheidsplicht geschonden. Daarover vermeldt de wet (artikel 21 Rv):
“Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.”
Door op de zitting niet te vertellen dat hij een onderneming in de handel, reparatie en keuring van auto’s drijft, en in plaats daarvan heeft gedaan alsof hij uitsluitend een vastgoedonderneming zou hebben, heeft de man zijn waarheidsplicht geschonden. Het Gerechtshof rekent dat de man zwaar aan en overweegt:
“De informatie die [de koper] heeft achtergehouden betreft immers zijn deskundigheid op het gebied van tweedehandsauto’s en is van belang voor de vraag of [de koper] moet worden gekwalificeerd als een consument en consumentenbescherming geniet. Het heeft er alle schijn van dat [de koper] de informatie heeft achtergehouden om zijn kansen in de procedure te optimaliseren.”
Gevolgen schenden waarheidsplicht in rechtszaak
In de wet staat dat als de waarheidsplicht wordt geschonden, dat de rechter daar dan de gevolgtrekking kan verbinden die zij geraden acht. Dat betekent dat ze een sanctie kunnen opleggen die bij het schenden van de waarheidsplicht past. In dit geval is de sanctie dat het Gerechtshof alle stellingen van de koper extra kritisch bekijkt. Daarnaast wordt het de man niet meer toegestaan om te bewijzen dat hij de auto wel als consument zou hebben gekocht. Anders gezegd: omdat hij heeft gelogen, krijgt de man het nadeel van de twijfel. Het Gerechtshof beschouwt hem als professionele koper.
Professionele koper geniet minder bescherming dan consument
Het gevolg is aanzienlijk. Bij een consumentenkoop moet de verkoper immers bewijzen dat het product op het moment van aflevering wel deugdelijk was. Als de koper geen consument is, moet hij bewijzen dat eventuele gebreken reeds op het moment van aflevering al aanwezig waren. Daarin is de Porsche-koper niet geslaagd. Uit de (door hemzelf) uitgevoerde APK keuring daags na de aflevering, zijn immers geen gebreken naar voren gekomen.
Advocaat procesrecht in hoger beroep
De vorderingen van de Porsche-koper worden daarom alsnog afgewezen. Het door hem ontvangen bedrag van €35.000,- moet dus retour naar de verkoper. Daarnaast moet de man de proceskosten van het garagebedrijf vergoeden. Die bedragen ruim € 12.500,-.