
Gerechtshof beëindigt burenruzie: erfgrens is door aanwas verplaatst met de oeverlijn
De eigenaren van twee villa’s aan de Bergse Voorplas in Rotterdam ruziën al bijna 10 jaar over de eigendom van een puntje van een landtong. De buurman heeft dat puntje in 2016 betreden en heeft er een schutting op geplaatst. Precies op de plek waar de kadastrale erfgrens sinds jaar en dag loopt. De eigenaar van de landtong was het daar niet mee eens. Hij is indertijd een kort geding gestart, maar heeft dat verloren.
Rechtszaken over erfgrens verloren, maar aanhouder wint
Tot en met de Hoge Raad ving hij bot. De rechters die hier trof waren mogelijk van mening dat van eigendomsverkrijging door verjaring geen sprake was. Toch had hij recent alsnog succes. Na opnieuw een verloren zaak in de bodemprocedure, is in hoger beroep beslist dat hij eigenaar is van de gehele landtong, dus inclusief het puntje dat over de kadastrale grens ligt. Advocaat vastgoedrecht Robert van Ewijk bespreekt het recente arrest van het Gerechtshof Den Haag.
Erfgrens verplaatst met de oeverlijn
Dat vele jaren procederen alsnog in winst eindigde, kwam omdat de grondeigenaar het in de bodemprocedure over een andere boeg gooide. Er werd niet langer een beroep gedaan op verjaring, maar op een wat exotischer artikel uit het burenrecht. In artikel 5:29 BW staat namelijk dat de erfgrens van een aan het water grenzend perceel zich met de oeverlijn verplaatst. Als er dus sprake is van aanwas of afslag, heeft dat op grond van de wet dus ook gevolgen voor de plek waar de erfgrens loopt. Deze regel wordt niet vaak toegepast, laat staan met succes. De Rotterdamse perceeleigenaar had dat succes echter wel, al ging dat niet zonder slag of stoot. Nog los van de diverse eerdere procedures die hij heeft gevoerd, moest in dit geval namelijk ook nog een beroep worden gedaan op het oude Burgerlijk Wetboek, zoals dat gold voor 1992.
Rechtszaak over eigendom van perceel
In deze zaak was de appellant eigenaar van het groene perceel op onderstaande afbeelding. Daar hoort ook de afgebeelde landtong bij, die zich uitstrekte tot achter het gele perceel op de afbeelding. Dat gele perceel bestaat voor een gedeelte uit water. Een klein stukje van de landtong behoorde kadastraal gezien echter bij het gele perceel.
Dat een deel van de landtong kadastraal gezien op het perceel van de buurman (het gele perceel) loopt, is te zien op de volgende tekening:
Burenruzie over erfgrens en eigendom grond
De appellant in deze zaak is in 1992 eigenaar geworden van het groene perceel. In 1997 heeft hij rondom de landtong nieuwe beschoeiing aan laten leggen. De eigenaar van het gele perceel heeft zijn perceel in 2010 gekocht. In 2016 heeft hij de landtong betreden, beplantingen verwijderd en een houten hekwerk geplaatst. Daarmee is de ruzie over de erfgrens geëscaleerd.
Kaarten tonen aan: oeverlijn is verplaatst
In de procedure toont de appellant met diverse kaarten en tekeningen aan dat de kadastrale erfgrens en de oeverlijn in het jaar 1886 nog gelijk liepen. Ook toont hij aan dat de oeverlijn zich in de loop der jaren die volgden landuitwaarts heeft verplaatst. Die ontwikkeling ging door tot 1943. Daarna heeft de oeverlijn zich juist weer wat teruggetrokken. In 1997 is de oeverlijn gefixeerd doordat er een beschoeiing is aangelegd. Volgens de appellant is de erfgrens met de oeverlijn verplaatst, en is hij dus eigenaar van de gehele landtong.
Toepassing van het oude Burgerlijk Wetboek
Omdat de verplaatsing van de oeverlijn mede heeft plaatsgevonden in de jaren voor 1992 (toen werd het nieuwe burgerlijk wetboek ingevoerd en werd het huidige artikel 5:29 BW van toepassing), is in deze zaak ook gekeken naar wat onder de oude wet geldend recht was. De voorlopers van artikel 5:29 BW zijn de artikelen 651 BW (oud), 652 BW (oud) en 653 BW (oud) die tussen 1 oktober 1838 en 31 december 1991 golden. In die artikelen is bepaald:
“Artikel 651
1. De aanslijkingen en aanwassen, welke natuurlijk, langzamerhand en ongemerkt aan de landen, bij een loopend water gelegen aangroeijen, worden aanspoelingen genoemd.
2. De aanspoeling komt ten voordelen van de eigenaars van den oever, zonder onderscheid of in den titel van eigendom al of niet melding worde gemaakt van de hoegrootheid der landen; (…).
Artikel 652
1. De bij het tweede lid van het vorige artikel gemaakte bepaling is ook toepasselijk op aanspoelingen, welke aan de oevers van bevaarbare meren plaats hebben.
2. (…)
Artikel 653
1. Aanspoeling heeft geen plaats ten aanzien van vijvers.
2. (…)”
Gerechtshof: erfgrens is verplaatst met de oeverlijn
Door toepassing van het huidige en het oude recht komt het Gerechtshof tot de conclusie dat de appellant gelijk heeft. De oever heeft zich in de loop van meer dan 100 jaar verplaatst. Daardoor is de landtong deels op het andere perceel komen te liggen. Tevergeefs voert de buurman daar nog diverse verweren tegen aan. Zo zou de Bergse Voorplas een vijver zijn zoals bedoeld in artikel 653 BW (oud) en geen meer. Ook zou er geen stroming zijn in de plas waardoor van “aanspoelingen” geen sprake kan zijn. Volgens het Hof is dat echter een te beperkte lezing van de wet. Er is namelijk niet gebleken dat de wetgever bedoeld heeft dat het bewuste artikel niet geldt voor water waarin geen stroming staat. Afzettingen en andere vormen van aanwas vallen dus ook onder het begrip ‘aanspoelingen’.
Geen belang bij onbereikbaar strookje grond
Hoewel het Gerechtshof in het arrest zeer nuchter te werkt gaat, staat in het vooral feitelijk en juridisch geformuleerd arrest toch nog een verkapte blijk van verbazing. Het Gerechtshof merkt namelijk op dat de buurman “niet heeft toegelicht wat [hij] volgens [hem] zou hebben kunnen doen met die op zichzelf staande, slechts over [het perceel van de appellant] of het water bereikbare strook van ca. 66 m2”. Voor het Gerechtshof was dus onduidelijk welk doel de buurman nastreefde met zijn annexatie in 2016. Daarmee was dus ook onduidelijk waarom hij jarenlang heeft geprocedeerd voor het eigendomsrecht van het strookje grond. De buurman kan en kon feitelijk namelijk niets daarmee.
Advocaat vastgoedrecht bij geschillen over erfgrens
Het interessante aan deze kwestie is niet alleen de vraag wat het motief was van de buurman, maar ook dat het creatief omgaan met het recht en het kiezen van de juiste invalshoek, het verschil kan maken in een rechtszaak. Een goede advocaat vastgoedrecht kijkt in dit soort geschillen niet alleen naar wat onder het huidige recht de mogelijkheden zijn, maar bekijkt ook of oud recht kan worden toegepast. En als een ‘rechttoe-rechtaan’ vordering op grond van verjaring niet slaagt, dan kan het zo zijn dat er andere ‘ingangen’ te vinden zijn in de wet of jurisprudentie om het beoogde doel alsnog te bereiken. Wil je weten dat de vastgoedadvocaat van Lexys voor jou kan betekenen? Neem dan contact met ons op.