29 november 2025
Inhoudsopgave
Een voormalig VvE-bestuurder uit de regio Den Haag moet €45.000,- aan de VvE terugbetalen. De rechtbank rekent hem aan dat hij ten onrechte verzekeringsgelden heeft geïncasseerd, en dat geld vervolgens heeft uitgegeven zonder het te kunnen verantwoorden. Dat geld moet dus terug naar de VvE. Daarnaast draait hij op voor bijna €6.000,- aan proceskosten. Dat blijkt uit een recent gepubliceerd vonnis (ECLI:NL:RBDHA:2025:21386) van de rechtbank Den Haag.
De bestuurder van een vereniging van eigenaars is tegenover de VvE gehouden om zijn taak behoorlijk uit te voeren. Dat ligt voor de hand, maar is bovendien bepaald in de artikelen 2:9 lid 1 BW en 5:124 lid 2 BW. Als de bestuurder zodanig handelt dat hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt, dan is hij jegens de VvE aansprakelijk. Dat volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 10 januari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2243. De vraag is dan natuurlijk wanneer er een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Dat hangt onder andere af van de vraag wat van de bestuurder mocht worden verwacht. In de zaak die voor de rechtbank Den Haag diende, mocht in elk geval wat meer van de bestuurder verwacht worden. Zo blijkt uit het vonnis.
Het ging om te beginnen mis met de manier waarop de bestuurder om was gegaan met het verzekeringsgeld dat aan de VvE toe kwam. Nadat er schade was geweest, had de man de opstalverzekering van de VvE benaderd zonder de leden daarover te informeren. De verzekeringsgelden heeft hij vervolgens laten uitkeren op zijn eigen bankrekening. Voor de leden van de VvE was dus niet inzichtelijk wat er met het geld gebeurde. Ook daarmee ging het vervolgens mis.
Ook over de uitgaven legde de man geen verantwoording af. Zo heeft hij betalingen gedaan aan de aannemer, maar had hij daarvoor helemaal geen toestemming van de vergadering van de VvE. Dat is in strijd met het reglement dat in de splitsingsakte staat. Over die betalingen zelf is overigens ook geen rekening en verantwoording afgelegd. Weliswaar heeft de man laten zien dat er geld is betaald aan de aannemer, maar hij heeft niet aangetoond waarvoor dat is geweest. Zo is onduidelijk of de betalingen zijn gedaan in verband met werkzaamheden die voor de VvE zijn verricht, of voor het eigen appartement van de bestuurder (dat overigens onbewoonbaar is). Daar komt nog bij dat:
Ook in de procedure wordt geen verantwoording afgelegd. Bij de betalingen aan de aannemer worden facturen genoemd die niet voorkomen in de door de verzekeringsexpert opgemaakte begroting. Ook zijn die facturen niet in de procedure overgelegd. Daar komt nog bij dat de gedaagde op de zitting heeft aangegeven dat hij facturen van de aannemer niet controleerde voordat hij ze betaalde. De rechtbank concludeert daarom dat de man geld van de VvE uitgaf, terwijl hij niet eens wist waaraan dat werd besteed. Dat alleen al is ernstig nalatig handelen.
De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat de man een ernstig verwijt kan worden gemaakt van zijn handelen. Het volledige bedrag dat hij van de verzekering heeft geïnd, moet hij daarom aan de VvE terugbetalen. Weliswaar is het enkele feit dat hij het geld op zijn eigen rekening heeft ontvangen niet voldoende om aansprakelijkheid aan te nemen, maar omdat de VvE daardoor het zicht niet meer heeft, moet de man wel kunnen aantonen wat hij met het geld heeft gedaan. En daarin zit de crux: dat kon de man dus niet. De rechtbank merkt nog op dat het niet uitmaakt of de man vrijwilliger was: ook vrijwilligers moeten een zorgvuldige financiële huishouding waarborgen. Evenmin maakt het uit of de man profijt heeft gehad van zijn handelen. Sterker nog: hij lijkt zelf nog het meest benadeeld omdat zijn appartement na de uitvoering van de werkzaamheden onbewoonbaar is.
De rechtbank laat dus duidelijk zien dat het erom gaat of de bestuurder zorgvuldig heeft gehandeld en rekening en verantwoording kan afleggen. Waarom de man dat niet kon of niet deed, blijkt niet uit de uitspraak. Het lijkt erop dat hij in elk geval vrij slordig was. Niet alleen gaf hij zelf aan de facturen niet te controleren, hij heeft ook aan de rechter laten weten niet meer over afschriften van diverse facturen te beschikken. Dat zei hij ook over facturen die zijn eigen tegenvordering op de VvE konden onderbouwen. Zo heeft hij tot en met de zitting geen factuur en zelfs geen betaalbewijs overgelegd met betrekking tot zijn tegenvordering. Dat deed hij pas na de zitting.
De man moet daarom de schade van de VvE vergoeden. Omdat geen rekening en verantwoording kon worden afgelegd en omdat de man niet kon aantonen welk profijt de VvE had gehad van de betalingen aan de aannemer, werd de schade begroot op de volledige € 45k die de man van de verzekeraar had ontvangen. Hij moet daar bovendien wettelijke rente over betalen en moet de proceskosten van de VvE vergoeden.