23 september 2025
Inhoudsopgave
Na lang procederen krijg je een vonnis. Daarin beslist de rechter dat de wederpartij aansprakelijk is, én jouw schade moet vergoeden. Goed nieuws, echter de schade zelf heeft de rechter nog niet begroot. Daarvoor moet eerst nog een keer de gang naar de rechter gemaakt worden. In het vonnis wordt de zaak namelijk verwezen naar de schadestaat, zoals dat heet. Een schadestaatprocedure is als het ware de opvolger van de procedure die je net achter de rug hebt. In de schadestaatprocedure gaat het alleen nog om de vraag hoe hoog de schade is en of die het gevolg is van het handelen van de wederpartij. Loop je dan opnieuw tegen een langdurig proces aan? En kan de wederpartij dan zijn geld niet stilletjes gaan wegmaken? Advocaat incasso- en executierecht Robert van Ewijk legt uit wat je kan doen met een vonnis waarin de zaak is verwezen naar de schadestaat.
Zodra je een vonnis hebt waarin een verwijzing naar de schadestaat is uitgesproken, staat de aansprakelijkheid vast. De hoogte van de schade staat dan echter nog niet vast. Desondanks kan je dan executoriaal beslag leggen. Dat beslag krijgt dan in feite het karakter van een conservatoir beslag, omdat hetgeen onder het beslag valt pas uitgekeerd kan worden zodra ook vast staat hoeveel er dan precies verschuldigd is. Al in 2014 bevestigde het Gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2014:2475) dat er dan alsnog executoriaal beslag kan worden gelegd:
“3.7. Alvorens de grieven te bespreken, overweegt het hof dat het mogelijk is executoriaal beslag te leggen in het geval dat (zoals hier) het een vordering betreft waarvan het geldelijk beloop weliswaar nog niet is bepaald, maar de schuldenaar is veroordeeld tot schadevergoeding op te maken bij staat.”
Een belangrijk voordeel van het beslag, is dat het voorkomt dat de schuldenaar vermogensbestanddelen gaat wegmaken. Na het vonnis, weet hij immers dat hij moet gaan betalen, echter nog niet hoeveel. Het risico op het wegmaken van bezittingen kan dan aanwezig zijn. Daarnaast kan het beslag ook fungeren als een pressiemiddel, waardoor de wederpartij bereid is om in onderhandeling te gaan over het vrijwillig doen van een betaling. Als het beslag doel heeft getroffen, zal de schuldenaar vaak maar wat graag zijn best doen om onder het beslag uit te komen. Het afwachten van de uitspraak in een schadestaatprocedure, zal niet altijd de voorkeur hebben. En als een schikking wordt bereikt, is het voeren van de schadestaatprocedure niet meer nodig.
Het grootste verschil tussen een executoriaal beslag op basis van een schadestaatvonnis ten opzichte van een vonnis waarin wel een geldsom is toegewezen, is dat het beslag niet kan worden uitgewonnen. In 2017 oordeelde de rechtbank Amsterdam(ECLI:NL:RBAMS:2017:3636):
“4.1 (…) In een geval als dit kan dus executoriaal beslag worden gelegd, zij het dat niet reeds daadwerkelijk tot uitwinning van dat beslag kan worden overgegaan. Het executoriale beslag krijgt hierdoor het karakter van een conservatoir beslag.”
Dat beslag kan lang blijven liggen. Om te beginnen blijkt uit voornoemde uitspraak dat de schadestaatprocedure nog niet eens hoeft te zijn aangevangen om beslag te kunnen leggen. Het kan heel goed zijn, dat daarmee gewacht wordt totdat het vonnis waarin de aansprakelijkheid is vastgesteld, kracht van gewijsde krijgt. Dat is pas het geval als daartegen geen rechtsmiddelen zoals hoger beroep of cassatie meer open staan. Daar kan de nodige tijd overheen gaan, soms wel enkele jaren.
Weliswaar heeft een dergelijk beslag het karakter van een conservatoir beslag, maar de beslagene geniet niet dezelfde als de conservatoir beslagene. Het is bijvoorbeeld mogelijk om opheffing van conservatoir beslag te vorderen omdat de vordering ondeugdelijk is. Die stelling is bij een executoriaal beslag na schadestaatverwijzing wat minder goed vol te houden. Want omdat de aansprakelijkheid dan al vast staat, is het vaak ook aannemelijk dat er schade bestaat en dus dat de vordering waarvoor beslag is gelegd deugdelijk is. De rechtbank Amsterdam overwoog in het zojuist genoemde vonnis uit 2017:
4.1 (…) [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] hebben om die reden dan ook een van de gronden om tot opheffing van een conservatoir beslag te komen, te weten dat summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van de vordering waarvoor het beslag is gelegd (zie artikel 705 lid 2 Rv), ten grondslag gelegd aan hun vordering tot opheffing van de executoriale beslagen. Ervan uitgaande dat de genoemde opheffingsgrond in dit geval toepasbaar zou zijn, wordt overwogen dat (het bestaan, niet de hoogte van) de vordering van HSK niet summierlijk ondeugdelijk is in bovenbedoelde zin. Dat de bodemrechter in zijn vonnis van 8 februari 2017 heeft geoordeeld dat [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] aansprakelijk zijn voor de schade, nader op te maken bij staat, impliceert immers dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is.”
Heb je hulp of advies nodig van een specialist in incassoprocedures en executierecht? Of wil jij je laten bijstaan door een deskundige op het gebied van de schadestaatprocedure? Neem dan contact op met Lexys Advocaten.