Bodemprocedure
Het begrip ‘bodemprocedure’ zal je vast wel eens voorbij hebben horen komen. Een bodemprocedure is eigenlijk de standaardprocedure bij de civiele rechter. Naast de bodemprocedure kennen we het kort geding: een korte en snelle procedure waarin alleen een voorlopige voorziening wordt gegeven. Daarin worden geen rechtsfeiten vastgesteld. In een bodemprocedure gebeurt dat wel.
Wat is een bodemprocedure?
Een bodemprocedure is de procedure bij de rechter die leidt tot een definitieve beslissing over een juridisch geschil. Dit betekent dat, wanneer de termijn voor hoger beroep en cassatie zijn verlopen, de uitspraak bindend is – procespartijen moeten zich aan het oordeel van de rechter houden. De uitspraak is dan in kracht van gewijsde gegaan. Een bodemprocedure kan daarnaast worden vormgegeven als een dagvaardingsprocedure of een verzoekschriftprocedure. Bovendien kan een bodemprocedure behalve bij de ‘normale’ rechter ook bij de kantonrechter worden gevoerd. De kantonrechter is bevoegd als de hoogte van de vordering maximaal €25.000 is of als het bijvoorbeeld om een huurzaak gaat of de vernietiging van een VvE besluit.
Bodemprocedure of kort geding?
De hoofdregel is dat een rechtszaak in een bodemprocedure wordt gevoerd. Als er echter een spoedeisend belang is en een onmiddellijke voorziening nodig is, kan een kort geding worden aangespannen. In een bodemprocedure wordt een geschil definitief beslecht. In een kort geding wordt alleen een voorlopig oordeel gegeven door de rechter. Verder heeft de rechter in een bodemprocedure veel verschillende onderzoeksbevoegdheden. Er kan daarbij bijvoorbeeld een getuigenverhoor plaatsvinden of een bewijsopdracht gegeven worden. Dit leidt vaak tot een uitgebreide en langer lopenderechtszaak. In veel gevallen wordt er gekozen om een kort geding en een bodemprocedure tegelijkertijd te starten. Het voorlopige oordeel uit het kort geding biedt dan een tijdelijke oplossing om het langdurige proces van de bodemprocedure te overbruggen. De rechter in de bodemprocedure is echter niet gebonden aan het eerdere oordeel van de voorzieningenrechter.
Gevolgen bodemprocedure
De uitspraak aan het eind van een bodemprocedure wordt gedaan in een vonnis. Dit vonnis is voor beide partijen bindend. Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechter kun je in hoger beroep gaan. De hoger beroepsrechter zal de zaak in beginsel helemaal opnieuw beoordelen. Daarna staat mogelijk nog cassatie open. Het vonnis kan uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Het vonnis kan dan direct worden geëxecuteerd, ook al staan er nog rechtsmiddelen open en heeft het vonnis nog geen kracht van gewijsde.